Fije Hooglandt, lid college van bestuur, geeft antwoord op de vraag waarom we de afgelopen maand 28 collega’s hebben opgeleid tot auditor. 

Leraren zijn professionals

Onderwijs is een prachtig vak, een vak van professionals. Voor mij is het kenmerk van een professional dat hij vanuit zijn vakkennis steeds op zoek is naar hoe het beter kan. 

Hij is niet bang om te zien waar het beter kan, integendeel dat intrigeert hem. Samen met andere professionals vinden zij het boeiend om het probleem te analyseren en het te bezien vanuit verschillende invalshoeken om vervolgens samen een creatieve oplossing te vinden. Hiervoor halen ze ook kennis van buiten. Dit leren en ontwikkelen geeft energie, het raakt ons professionele onderwijshart. Zo zie ik het vaak gebeuren.

De eenzaamheid van het klaslokaal, noem ik dat

Evenzo vaak, zo niet vaker, zie ik dat het vak van leraar juist in een soort eenzaamheid gebeurt waardoor er helemaal niet zo’n rijke reflectie kan plaatsvinden. De eenzaamheid van het klaslokaal, noem ik dat.  Daar werkt de leraar keihard zonder dat daar veel professionele aandacht voor is. Dit geldt ook voor scholen. Teams kennen meestal alleen de eigen school en weten nauwelijks hoe het er toe gaat op andere scholen. We leren dan niet van elkaar. We willen juist dat teams binnen Talent Primair van elkaar leren, goede ideeën opdoen bij elkaar, elkaar wijzen op blinde vlekken etc.. 

Van elkaar leren

Daarom hebben we afgelopen maand 28 collega’s opgeleid tot auditor. Het gaat om leraren, intern begeleiders en directeuren. Deze collega’s zullen in teams van drie tot vier mensen op bezoek komen op de scholen en onderzoeken hoe het onderwijs daar wordt gegeven. Hier leren zij zelf enorm veel van, maar ook de school die bezocht wordt. De teams krijgen feedback van collega’s die met een frisse blik komen kijken naar zaken die door de gewoontevorming bijna onzichtbaar zijn. 

Audit basisondersteuning en collegiale visitatie 

Binnen Talent Primair hebben we twee soorten van bezoek: de audit naar basisondersteuning én de collegiale visitatie. Bij de eerste ligt het onderwerp vast; het audit team komt kijken naar de manier waarop de basisondersteuning (en de zorgpiramide) gestalte krijgt. Bij de tweede soort – de collegiale consultatie – bepaalt de school zelf het onderwerp en de onderzoeksvraag waarop zij graag antwoord wil krijgen. 

Beide vormen van onderzoek duren altijd dag. Aan het einde van de dag bespreek je met elkaar de uitkomsten. Dat is altijd een mooi gesprek, je krijgt erkenning voor wat je dagelijks toch altijd maar weer aan kwaliteit weet neer te zetten en je krijgt ideeën over waar je kunt verbeteren. 

Precies zoals dat hoort in ons vak van professionals.