Wouter van der Schaaf is inval leerkracht bij Talent Primair. Hij komt dus op veel scholen en wordt daar soms verrast door wat hij aantreft. Vorige week viel hij in op de Bussumse Montessorischool (BMS) en was enthousiast over het leesplezier dat hij daar ervoer.

Johan heeft voor mij – invaller groep 6-7-8 – in het dagschema aangegeven: “10.45: stillezen. Ieder kind leest in zijn eigen leesboek.” Na de ochtendpauze kwam ik om 10.47 als laatste het lokaal binnen. Een oase van rust. Op Thiago na – ‘ik ben bezig met het maken van mijn eigen boek’ – zaten ze voorovergebogen over hun leesboek. Ik hoefde niets te zeggen. De kinderen wisten het: stillezen en dat doen we ook. Met plezier.

Het verschil met veel andere scholen was direct en opvallend. Op veel scholen beleven leerlingen lezen als een plicht. Als een klus die op het rooster staat en dus bij voorbaat al met wantrouwen en enige weerstand kan worden bekeken. Ze doen het uit volgzaamheid en braafheid. Op die scholen moet ik veel leerlingen aansporen een boek te pakken. Zijn er legio leerlingen die bij voorkeur al snel roepen ‘ik heb het boek uit’ in de wetenschap dat de biebmoeder pas over drie dagen weer op school haar vrijwilligerswerk oppakt en zij intussen een Donald Duck kunnen pakken.

Ik ging zitten en overzag het tafereel van de 25 leerlingen. Felix in volle lengte achterovergeleund tegen de muur van het lokaal. Zijn voeten op de zitting van de jongen naast hem. Opperste concentratie. Vóór hem Saskia, met een Engelstalige Harry Potter voor zich. Niets kon haar afleiden. Zelfs niet haar buurmeisje met wie zij het allerliefst eindeloos kletst. Maar nu dus even niet. Nu tijd voor Griffindore en Severus Snape.
Stemmen klinken op de gang. Kinderen die van gym komen en hun jassen ophangen. Rumoer en ruis. Ik ben benieuwd, maar nee, niemand die er aanleiding in ziet om er aandacht aan te geven. Ben zit voorovergebogen. Ellebogen op zijn knieën. Zijn boek op een krukje voor zich. Kennelijk zijn favoriete leeshouding.

Zijn het meesterwerken die hen zo bezighouden en boeien? Jonathan leest ‘Donderkat op de lucht’ (‘mooi boek’, mompelt hij), anderen lezen een deel uit de eindeloze series van Fantasia, De Grijze Jager of de Boomhut. Geen winnaars van Gouden Griffels. Maar wat doet het ertoe. Zij zijn stuk voor stuk verloren in hun verhaal, gevangen in een avontuur.
De juf van RT komt binnen. “Wat een oase van rust”, fluistert zij mij toe. “Ik ben diep onder de indruk, maar ik kom voor Charlotte, voor begrijpend lezen.” Het gaat voorbij aan de overige leerlingen. Geen aandacht voor. Alleen Tim komt om vijf over elf in beweging. Hij loopt naar de deur en kijkt op de klok die daar hangt. “Meestal lezen we 20 minuten”, zegt hij. “Vind je het erg nog even verder te lezen?”, vraag ik. “Laat de klok maar even de klok.” Hij gaat terug naar zijn plek en leest verder in ‘Oma Boef’.
Ik ben benieuwd wanneer het moment komt dat de leerlingen onrustig worden. Dat het zo wel genoeg is geweest. Maar dat moment komt maar niet. Maud leest maar verder met haar liniaaltje dat regel na regel verder op de pagina zakt. Hidde vindt zijn eigen kalmte in zijn overgave aan het verhaal. Om tien over elf geschuifel. Wietse die me zachtjes vraagt “Wanneer gaan we werken?” Ik besluit dat ik de stilte ga doorbreken. Met tegenzin.

Ik excuseer me als ik de leerlingen vraag het boek dicht te doen. Ze doen het aarzelend. Een aantal met zichtbare tegenzin. Zo mooi kan lezen in de klas zijn. Maar ik besef mij dat dat niet vanzelf gaat. Maar mij als invaller is dit moois in de schoot geworpen.

 

 

Opmerking bij de foto: de kinderen op de foto zijn niet de kinderen in de column van Wouter; de foto dient ter illustratie.